Doe jij ook ‘normaal’ – of laat je je bruisende zelf toe?

“Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg”

Doe maar normaal dat is al gek genoeg! Wie kent die uitdrukking niet? Het is de maat voor ons Nederlanders en wee je gebeente…!  Ja… dat laatste hoort er bij! Het is niet zo maar iets, die uitdrukking over ‘normaal’ doen… Er zit heuse dreiging achter. En… het is ook een heus ‘stemmetje’ in ons eigen hoofd geworden. Ken je dat gevoel?

Er wordt gefeest om je heen en je laat je een beetje (daar begint het al) meeslepen en opeens krijg je dat knagende gevoel na een extra uitbundige danspas: ‘gedraag je…’. Voor je het weet zit je midden in ‘wat zouden andere mensen wel van me denken’. Als we al uit de band springen dan hebben we daar best vaak een hulpmiddeltje voor nodig (nou ja ‘middeltje’). Alcohol, dat kennen we natuurlijk allemaal; gooit de remmen los, ontdooit, pfffff en dan mag het ook (een beetje; het blijft ons achtervolgen). Beetje ‘dope’ ook misschien?

Waarom dit ‘normaal doen’ bijna te vuur en te zwaard gehandhaafd. Waarom dat al van jongs af aan met de paplepel ingegeven? En echt slikken geblazen. Sta daar maar eens even bij stil, bij dat ‘slikken geblazen’.

Hoe je kindertijd hier een rol in speelt…

Dat ken je natuurlijk best wel omdat je het waarschijnlijk ook met voedsel hebt meegemaakt. De lepel met dat vreselijk uitziende en ruikende voedsel die je voor de neus (sorry mond) gehouden werd omdat het zo ‘gezond’ was en elk ‘normaal’ kind het braaf op at. En jij die dacht: ‘nou mooi niet; geef mijn portie maar aan fikkie’. Maar er was geen ‘fikkie’ in de buurt en het verhaal werd al dreigender en dreigender. Soms na uren met je goede (nee slechte) gedrag; legde je dan het moede hoofd maar in de schoot. Inwendig kookt je van woede maar je moest dat maar uitstellen tot een later moment (dat dan meestal niet kwam).

Nou met dat ‘normaal doen’ ging het precies hetzelfde.

Toen je nog heel klein was werd een zeker uitbundig gedrag nog wel geaccepteerd en zelfs aangemoedigd. ‘Ah, kijk nou wat leuk, wat een levendig ventje…’, werd er gezegd. Gevolgd door een waarschuwend: ‘nou dat wordt nog wat, later’. Maar dat was maar even hoor. Onze ouders waren tenslotte verantwoordelijk voor een geordend bestaan met ‘brood op de plank’ en daar kun je natuurlijk niet vroeg genoeg mee beginnen.

Vaak ging dit vrij plots. Daar was het dan; een reeks van geboden en verboden. Man, er kwam geen eind aan. En meer nog; je snapte er geen bal van. Hun logica was hoe genaamd niet die jouwe. Zit je net lekker met je handen volop in de modder; kreeg je toch op je flikker! Of je klom net op die boomstronk, wat je zo’n spannende uitdaging vond en pats je werd bij je lurven gepakt met een boos ‘pas nou toch op’.

Ik zou echt nog wel even door kunnen gaan, bijvoorbeeld weer over het voedsel, waar aan het aantal dingen die niet ‘goed’ voor je zijn en waar je nu zelf net zo graag de tanden in wilde zetten, geen einde schijnt te komen. En dan de ramp met plassen en poepen; daar zat duidelijk een ‘luchtje’ aan. Alles wat beneden de gordel zat was trouwens suspect en viel buiten ‘normaal’.

Je was natuurlijk zelf niet automatisch van plan dit alles zonder slag of stoot te ondergaan. Jij had ook zo je ‘pit’ (gelukkig maar). Je herinnert je nog wel dat er een periode was waar je echt de kont tegen de krib gooide. Het was ook van de gekke hoe je leven ingeperkt werd. In je gevoel sloeg het inderdaad nergens op. Het was puur machtsmisbruik. Je probeerde van alles (weet je nog?). Schreeuwen, slaan, je zelf in de AH op de grond gooien, stijf je mond dichthouden, huilen, dreinen, mokken… Wow, allemaal echt geprobeerd maar; mislukt. Het machtsverschil té groot, ook al pakte je ze best wel eens goed terug. Maar ja, stel dat je won, dan lieten ze je vallen als een baksteen en zat je echt met de gebakken peren. Jij helemaal in je eentje en wat moest je dan…

En later probeerde je het nog eens; weet je die nog? Ja! Tuurlijk weet je het nog; tijdens de puberteit. Oeh, wat had je de kont toen goed tegen de krib (en als dat niet lukt was het wapen lijdelijk verzet). Woest was je ook; tot schreeuwens toe. Je deed vaak gewoon waar je zelf zin in had. Normaal was het zeker niet. Wow, wat je afgefeest hebt en geblowd en…

Je gevoel toelaten!

Laten we er maar niet over doorgaan. Brengt goede en slechte herinneringen naar boven. En, op de keper beschouwd: je hebt het toch afgelegd. Je bent een normale brave burgen geworden in een huisje boompje beestje bestaan. Toch? Niet helemaal zo erg als je ouders natuurlijk; maar desalniettemin… wees eens eerlijk. Op zijn minst ben je besmet geraakt met het ‘doe-normaal-virus’.

Laat het gevoel, dat bij deze suggestie naar boven komt, eens helemaal toe! Toelaten van gevoel is natuurlijk ook niets ons sterkste punt. Voelen is namelijk ook niet ‘normaal’ bij verstandige normale mensen. Dan zou je wel eens emoties kunnen gaan voelen zoals (groot) verdriet of (woedende) boosheid… Dat is natuurlijk verre van normaal en gaan we dus niet doen. Zie je wel…; ‘ze’ hebben je bij de ballen. Want wat je natuurlijk vooral voelde bij bovenstaande was boosheid! En boosheid zou kunnen betekenen dat je het juk van ‘normaal’ van je afgooide. Je bent tenslotte nu geen klein kind of puber meer; je staat op je eigen benen.

‘F***k normaal’ om der wille van het onderdrukken van ons leven, zou een juiste respons zijn. Het leven is er toch om geleefd te worden met alles er op en er aan: emoties, vreugde, liefde, pieken en dalen, vol gevoel. De prijs de we betalen voor ‘normaal’ in elk aspect van ons leven is toch veel te hoog! Als je eenmaal zover bent kom je er (natuurlijk) achter dat niet alleen de buitenwereld inderdaad ‘normaal doen’ van je vraagt (eist); je doet dat nu zelf! Het zit in je, dat stemmetje, die angst, die je bij je leest houdt.

Dat stemmetje is het moeilijkst om tot zwijgen te brengen omdat het gevoed wordt door een heel basale angst. Het is een ‘overlevingsangst’ die je nu zult begrijpen in het kader van dit opvoedingsverhaal. Onze opvoeders hebben ons immers tot ‘normaal’ gekregen door de enorme dreiging die er achter zat. ‘Als je niet…dan laten we je vallen’.

Ken je het geluk dat we aan onze zijde hebben bij dit alles. Als we zouden moeten opboksen tegen de buitenwereld en het stemmetje in ons zelf dan werd het een wel heel moeizaam geheel. Het geluk is dat de bruis en de onstuimigheid van het Leven nog steeds in ons zit (net als vroeger). Het is wel netjes in het gareel wellicht maar het is er nog en het is veel meer dan het ‘kind in ons’. Het is pure Levenskracht die niet gebonden is aan leeftijd of wat dan ook. We zeggen wel; ‘het bloed kruipt waar het niet gaan kan’, dat doet het Leven Zelf dus ook.

Ga er maar even rustig voor zitten en voel! (Ja, dat mag wel even hoor). Als je even ontspant als je lichaam en gevoel toe laat dan voel je het ‘ergens’ bruisen, borrelen en kriebelen. Dat is het leven dat zich wil uiten in en als jou. Dat is (nog steeds) je geboorte recht. Ik zou zeggen; laat het meer en meer toe en laten we elkaar een ‘high five’ geven. We LEVEN!

 


Kan jij meer ontspanning, flow en veerkracht in je leven gebruiken?

Doe dan gratis mee met de 5-daagse boost je flow & veerkracht